Afgelopen zondag stond voor de groepen 28/30/33 de  Naar Panningen tocht op het programma. De trouwe lezer zal ondertussen weten dat mijn wieg in het Limburgse land stond (om precies te zijn 12 km ten zuiden van Panningen), dus iedere tocht die de Peel-Maas grens overschrijd is voor mij altijd een feestje. Zeker als we met 8 man groep 28 zijn (zie mijn laatste bijdrage van 2 november). Of eigenlijk was, want gisteren viel dat feest in het water. En dan niet het feest dat viel, maar ikzelf. Zomaar, ineens gedaan met de pret. Ik lette even niet op en zat ineens halverwege het achterwiel van mijn voorganger, een windvlaag van rechts en voor ik het wist lag ik op de grond. Eigen schuld, dikke bult. Of eigenlijk schaafwonden:  op mijn hand, onderarm, bil en knie. Daniel die achter mij reed kon me met enige moeite ontwijken, en lag vervolgens als beloning zelf op de grond. Al met al viel het allemaal mee, maar toch reed ik met een gebutst ego en kapotte kleren naar de pauze plek in Panningen. Het zal geen toeval zijn geweest dat op de plek waar de meeste wind stond en waar ik viel, een heel batterij aan windmolens was geplaatst.

We kwamen na enig oponthoud als laatste in Panningen aan. Maar we bleken niet de laatste groep te zijn, want daar stond ook ineens groep 25 voor de deur. Hoewel ze maar met 5 man waren, hadden ze verhalen voor 10. Ze hadden Windkracht 5 tegen gehad, waren in  een enorme sneeuwbui terechtgekomen, en hadden zich ook nog eens drie keer verreden. Wij van groep 28 kregen medelijden, en hebben de 5 op sleeptouw meegenomen naar Mierlo. Profiterend van onze brede ruggen, peddelden de 25+ ers naar huis, in een voor hun moordend tempo. Profiterend van mijn pech in Panningen. Ik wed dat ze de rest van de dag heel stil zijn geweest….

 

Ruud