Demen, Dieden en Neerangel. Klinkende namen waar ik nog nooit van gehoord had. Maar in dit gebied vlak bij Ravenstein, daar bleek Tante Es te wonen. Ik weet niet of het de tante van Nico was, maar de locatie was weer perfect gekozen. Een soort kruising tussen bistro en bruine kroeg, aan de boorden van Maas.
Bij binnenkomst bleek een tafel voor 10 man gereserveerd te zijn voor ons. Sympathiek mens, die tante. Overigens waren we met ons achten, 3 van Groep 28 en 5 van groep 30. Ik was blij met deze pauze na 63km, want de heenweg was tegen de nogal stevige wind in. Maar elk nadeel heb zijn voordeel, want op de terugtocht lagen 62km voor de wind te wachten.
Na twee rondjes koffie en een appelgebak, bestegen we onze stalen rossen, op weg terug naar onze paleizen. Dat van die wind klopte, maar helaas was er 1 stoorzender. Een chagrijnige bui besloot ons te vergezellen, de hele terugweg lang, onze ruggen continu bestokend met regendruppels, soms in de vorm van miezer, meestal in wat grotere hoeveelheid. Helaas heb ik nog geen schijfremmen (een nieuwe fiets zit in bestelling, sinds…..november), dus elke bocht werd met de nodige voorzichtigheid genomen. Ik besloot ook om niks meer te drinken, want ik hoorde van een Groep28 groepslid dat hij na te veel gedronken te hebben, over zijn fiets struikelde en nu als Mitella Man door het leven gaat.
Om 1 uur kwamen we veilig terug in Mierlo. Aangezien ik doorweekt was, besloot ik meteen naar huis te fietsen. Als een verzopen kat kwam ik binnen. Heb ik genoten? Toch wel. Een weer zeer mooi uitgezette tocht, leuk gezelschap onderweg en een aantrekkelijke tante. Dat smaakt naar meer. Ik zou zeggen verspreid onze fiets gospel, en neem geïnteresseerden mee naar Den Heuvel volgende week voor de Klaver van Mierlo. Volgens buienradar blijft het volgende week droog, maar ik durf daar tegenwoordig mijn geld niet meer op te zetten.
Ruud